blog

  • Kunstproeven met…Lucas! Online workshops

    Leer kijken naar kunst met de museumdocenten van Museum Helmond. Drie woensdagmiddagen in mei leer je meer over materiaal en techniek, compositie en perspectief en interactief kunstkijken. De opgedane kennis kan je goed op weg helpen bij het beter leren begrijpen van de werken van de zestiende-eeuwse meester van het landschap Lucas Gassel van Helmond. De tentoonstelling over zijn werken en leven is verlengd tot en met 30 augustus, nu nog gesloten (vanwege de Corona maatregelen) en hopelijk weer snel toegankelijk voor het publiek.

    Op 13, 20 en 27 mei organiseert Museum Helmond in samenwerking met Lang Leve Cultuur, online workshops voor iedereen die geïnteresseerd is in kunst, maar behoefte heeft aan wat extra handvatten om ernaar te kijken en het te begrijpen. De workshops worden verzorgd door de museumdocenten van Museum Helmond, zij hebben elk hun eigen expertise.

    Workshops

    Op 13 mei leer je meer over materiaal en techniek: hoe wordt olieverf gemaakt, hoe herken je het verschil tussen olieverf en acrylverf, welk materiaal gebruiken kunstenaars als ondergrond? Een week later, op 20 mei, leer je meer over compositie en perspectief. Hoe zetten kunstenaars deze middelen in om ons als kijker naar een bepaald gedeelte van een afbeelding te leiden? Tot slot leer je 27 mei op een andere manier kijken, met behulp van korte kijkopdrachten en een interactief gesprek over een afbeelding.

    Zoom

    Elke week start de workshop om 14 uur en duurt ongeveer 40 minuten. Elke workshop is live en interactief, je kunt vragen stellen, meepraten en samen ontdekken. De online applicatie Zoom wordt gebruikt voor de workshops. Deze app kun je downloaden op computer, laptop, tablet of smartphone.

    Doe mee

    Heb je interesse in deelname aan 1 of meerdere workshops? Geef je dan op via het aanmeldformulier op de website van Museum Helmond: https://www.museumhelmond.nl/evenementen/kunstproeven-met-lucas/. Na aanmelding ontvang je een e-mail met uitleg over Zoom en een link naar de workshop.

    Over Museum Helmond

    Kasteel Helmond en Kunsthal Helmond vormen samen Museum Helmond, gemakkelijk bereikbaar met de auto en het openbaar vervoer. Nu even niet omdat het museum (nog) gesloten is vanwege de maatregelen rondom het Coronavirus. Maar normaal gesproken als je met de trein gaat dan stap je uit op station Helmond, het is circa 10-15 minuten lopen naar Kasteel Helmond en Kunsthal Helmond. Parkeren kan op loopafstand. Ga naar museumhelmond.nl voor actuele informatie over openingstijden, prijzen en het activiteiten- en tentoonstellingsprogramma.

     

    Lees meer

  • Quarantaine? Haal inspiratie uit de Romantiek!

    Sinds september 2019 bestaat De Museumdocent uit een aantal freelance rondleiders/museumdocenten en workshopleiders. Deze rustige periode stel ik (Maartje Vos) ze graag aan je voor.
    In het kader van de quarantaine en de tentoonstelling Lucas Gassel, een echte meester (waar we drie maanden heel hard en heel veel zouden werken met z’n allen) heb ik gevraagd of de museumdocenten een video willen opnemen waarin zij vertellen over hun favoriete (landschaps)schilderij. Maar iets anders mocht ook!

    Daria Crisu trapt af, met een artikel over hoe de Romantische kunstenaars uit de Negentiende eeuw ons kunnen inspireren tijdens deze periode van quarantaine door COVID19.

    Lees het artikel hier: Quarantine – Romanticism an Art Movement (Daria Crisu)

    Caspar David Friedrich – Das Esimeer – 1823-1824

    Lees meer

  • Auteursrecht op Leeroutes

    Yvonne Vetjens voor De Museumdocent

    echtszaak tussen GEU c.s. en Snappet c.s.

    Ook in het onderwijs kun je te maken krijgen met auteursrecht. Dat dat nog best ingewikkeld kan worden blijkt uit een recente uitspraak in de zaak GEU/Snappet, die ik hieronder beschrijf. Je krijgt meteen een lesje auteursrecht cadeau!

    De partijen: GEU en Snappet

    GEU (Groep Educatieve Uitgeverijen) is een vereniging die de collectieve belangen behartigt van educatieve uitgeverijen (zoals Noordhoff, Zwijsen en Malmberg, die ook partijen zijn in de betreffende rechtszaak). Deze uitgeverijen maken lesmateriaal dat is opgesteld op basis van een bepaalde Leerroute. De Leerroutes worden door de SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling) uitgewerkt in (tussen)doelen en leerlijnen (TULE) die door basisscholen worden gebruikt en getest via de bekende Cito-toets. Snappet biedt een dienst voor basisscholen aan waarbij leerlingen een tablet krijgen met daarop door Snappet ontwikkelde software, gebaseerd op de Leerroutes, om oefeningen te maken. In 2012 vond de pilot van het project plaats.

    Beslag en een rechtszaak

    Enkele maanden na de start van het project klopte GEU aan bij Snappet wegens inbreuk op auteursrecht, omdat ze identieke kopieën van het lesmateriaal van uitgevers gebruikte (Snappet ontkent dit, maar paste haar materiaal aan). GEU was niet tevreden: nadat ze beslag liet leggen onder Snappet, sleepte ze Snappet voor de rechter. GEU wilde dat de rechter zou zeggen dat Snappet inbreuk pleegde en daarmee moest stoppen. Daarnaast wilde GEU een schadevergoeding. De rechter wees echter de eisen van GEU af en verklaarde dat het beslag niet terecht was. GEU was hiermee niet tevreden, en ging in hoger beroep bij het gerechtshof in Den Haag. In 2019 kwam er eindelijk een uitspraak van het gerechtshof.

    Intermezzo: uitleg auteursrecht

    Om te begrijp waar dit allemaal over gaat is het handig om wat meer te weten over auteursrecht. Auteursrecht is het alleenrecht om een werk openbaar te maken (publiceren) en verveelvoudigen (kopiëren). Als een ander dat wil, moet hij toestemming aan de rechthebbende van dat werk vragen. De rechthebbende is meestal de maker, maar daar zijn uitzonderingen op. Auteursrecht kan alleen maar rusten op tastbare werken waarbij tijdens het tot stand komen creatieve keuzes zijn gemaakt. De Nederlandse rechtspraak zegt dat het werk moet voldoen aan de toets van het “eigen oorspronkelijk karakter en persoonlijke stempel van de maker” (EOK&PS). Dit is belangrijk om te weten voor de onderstaande uitspraak van het gerechtshof!

    Hoger beroep: wel auteursrecht, maar geringe bescherming

    Want zowel de rechtbank in eerste aanleg als het gerechtshof in hoger beroep wijst de vorderingen van GEU en de educatieve uitgeverijen af. Het gerechtshof heeft het materiaal gefileerd en zegt dat, omdat slechts enkele kleine elementen van het werk auteursrechtelijk beschermd zijn, er wel auteursrecht op de Leerroutes rust, maar dat de beschermingsomvang gering is. De totstandkoming van de Leerroutes is immers vooral gebaseerd op “didactische inzichten en praktische overwegingen”. De creatieve elementen zijn slechts een klein onderdeel. De grote hoeveelheid arbeid doet niet af aan de beoordeling van het hof.

    Conclusie – geen inbreuk, juist ter bescherming van makers!

    Nu er slechts een geringe EOK&PS is, oordeelt het hof dat Snappet geen inbreuk maakt op het auteursrecht van GEU en de uitgevers. Er is sprake van enige overeenstemming tussen de Leerroutes en het lesmateriaal van Snappet, maar die overeenkomsten betreffen nu net de niet-auteursrechtelijk beschermde delen. En dat mag. Het hof denkt hier aan de makers van lesmateriaal: als werk (in dit geval de Leerroutes) om didactische redenen auteursrechtelijk beschermd zou zijn, zou dat allerlei obstakels opwerpen voor de makers èn gebruikers van lesmateriaal. De kunst is om van het lesmateriaal een zodanig eigen product te maken, dat dat gedeelte auteursrechtelijk beschermd is. Maar de lezers van dit stuk zullen het hopelijk met me eens zijn dat het goed is dat er op leermethodes zelf geen auteursrecht rust, zodat iedereen daar gebruik van kan maken.   

    Lees meer

  • De Kunst van het Kijken, korte cursus kunstkijken in Helmond

    De Kunst van het Kijken, basiscursus kunstkijken in ‘t Patronaat Helmond

     

    Vraag jij je wel eens af waarom die ene collega jou nooit goed begrijpt? Zie jij de dingen letterlijk en figuurlijk anders dan je partner? Hoe komt het dat hetzelfde kunstwerk de ene persoon aanspreekt en de ander doet walgen?

     

    De manier waarop we de wereld om ons heen – en dus ook kunst – ervaren wordt bepaald door kennis en ervaring. Hetgeen je opvalt in een schilderij is dat wat raakvlakken heeft met je achtergrond, opleiding en gebeurtenissen in je leven.

    Kunsthistorica Maartje Vos-Swinkels neemt je in deze interactieve cursus mee door de kunstgeschiedenis en laat je ervaren hoe aandachtig kijken naar kunst je mening kan veranderen en je meer inzicht geeft in de denkwijze van een ander. Maartje laat je zien dat wanneer je het verhaal, de grappige weetjes en roddels achter een kunstwerk kent, het heel anders op je overkomt.

     

    Maartje: ””Tijdens deze cursus gaan we vooral praktisch aan de slag en leer ik je op verschillende manieren naar kunst te kijken. In elke les bespreken we een kunststroming en de theorie achter een vorm van kunstbeschouwing.  Deze kennis wordt in balans gebracht met praktische opdrachten en discussie.

     

    Kunstkijken heeft niet alleen een positief effect op je gemoedstoestand, maar versterkt ook je kritisch-analytisch denkvermogen, verrijkt je woordenschat en vergroot je empathie. We gaan aan de slag met verschillende methodes, waaronder Visual Thinking Strategies en Visible Thinking.

     

    Met meer zelfvertrouwen en plezier naar het museum, meer leren over verschillende kunststromingen en als bonus ook nog eens dingen leren over kunstwerken die je niet op de bordjes zal lezen? Geef je op en doe mee.

     

    Details

    Vijf lessen op dinsdagavond van 19.30 tot 21.30 uur in ‘t Patronaat, 2e Haagstraat 40 te Helmond.
    Start 13 maart, overige data: 20 maart, 27 maart, 3 april en 10 april.
    Elke les wordt gezorgd voor een koffie/theepauze met kleine lekkernij.


    Kosten 125 euro per persoon, inclusief BTW en pauzedrankjes.
    Deze cursus gaat door bij 8 deelnemers.
    Opgeven kan door een mail te sturen naar maartje@museumdocent.nl waarna u een reactie krijgt met betaalgegevens.
    Deelname is definitief als de betaling ontvangen is.
    Op deze cursus zijn de algemene voorwaarden van moederonderneming Akina Art Projects van toepassing, op te vragen per mail.

    Lees meer

  • Dit artikel verscheen eerder op Mestmag.nl, geschreven door Maartje Vos-Swinkels De Museumdocent.

    Het Productiehuis Ouderen en Verhalen verbindt kunstenaars en makers met ouderen in verzorgingstehuizen en draagt zo bij aan de culturele ontwikkeling van ouderen. Naast in Nederland zijn ze ook in Curaçao actief. Wat doen ze daar en wat komt er kijken bij internationaal opereren? Maartje sprak met Noortje Kessels en Joeri Oltheten van Literair Productiehuis Wintertuin en met Anke van den Broeck van Brabant C.

    Het Productiehuis Ouderen en Verhalen is een samenwerking van Vitalis WoonZorg Groep en Literair Productiehuis Wintertuin. Het productiehuis verbindt middels verschillende projecten kunstenaars en makers met ouderen. Voorbeelden van projecten zijn onder andere Verhalenhuis, waarbij een schrijver in een zorginstelling met de bewoners verhalen verzamelt en het Grootletterfestival waarbij schrijvers en dichters optreden in verzorgingshuizen en een podium wordt geboden aan de verhalen van bewoners.

    Foto: Vincent van den Hoogen
    Foto: Vincent van den Hoogen

    Noortje Kessels, Impactproducent bij Literair Productiehuis Wintertuin, vertelt: “Het idee achter alle projecten is ‘proza in plaats van Prozac’. Veel ouderen in verzorgingstehuizen worden depressief en voelen zich eenzaam. De zorg in Nederland is goed geregeld, maar de dagen zijn eentonig. Mensen zitten in een staat van verlies, mensen om hen heen vallen weg en ze zijn gefocust op wat ze niet meer kunnen. Onze projecten doorbreken de alledaagse sleur en gaan zo eenzaamheid en depressie tegen. We concentreren op wat nog wel kan. Jonge schrijvers bezoeken de verzorgingshuizen en gaan samen met de bewoners op zoek naar verhalen en herinneringen. Deze verhalen worden opgeschreven, als het kan door de oudere zelf. De schrijver helpt hierbij en geeft bijvoorbeeld herschrijftips. Elke schrijver bezoekt een jaar lang een verzorgingshuis. Aan het eind van het jaar worden de beste teksten geselecteerd en uitgegeven. De uitgave wordt gepresenteerd in de zorginstelling en op literatuurfestivals. De bewoners dragen voor uit eigen werk en na afloop vinden signeersessies plaats. Zo kan het zijn dat iemand van 80 of 90 jaar nog debuteert!”

    Talentontwikkeling

    De deelnemers hebben niet per se ervaring met het schrijven, maar wel allemaal interesse in verhalen of lezen. De generatie die nu in het verzorgingstehuis terecht komt wilt niet meer naar de bingo, maar bezig zijn. De projecten bieden een alternatief voor ouderen die zich willen ontwikkelen en behoefte hebben aan een intellectuele uitdaging.

    Foto: Guus Maas
    Foto: Guus Maas

    Curaçao is geen Nederland

    Toen Joeri Oltheten, werkzaam bij Wintertuin, naar Curaçao verhuisde is onderzocht of Verhalenhuis ook daar zou werken. Er werd met zorginstellingen en de universiteit gepraat. Noortje reisde naar het eiland, samen met een Nederlandse schrijfster. Zij gaven workshops op de universiteit om zo vrijwilligers op te leiden die het project mee konden vormgeven. Er ging veel tijd zitten in onderzoek. Want kun je het Nederlandse project letterlijk oppakken en daar neerzetten? Nee, zeggen Noortje en Joeri. Curaçao is onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden, maar geen Nederland. Je moet niet als Nederlander even komen vertellen hoe het moet. Joeri: “Op Curaçao wonen veel getalenteerde ouderen en jongeren, die talenten moet je gebruiken. Nederland heeft hierin door de kennis en ervaring met het project vooral een ondersteunende rol, zo worden fondsen aangeschreven en lokale expertise ingehuurd.”

    Een van de Nederlandse fondsen die het productiehuis Ouderen en verhalen ondersteund is Brabant C. Dit fonds investeert in projecten van (inter)nationaal niveau om de aantrekkingskracht van de provincie Brabant te vergroten.

    Op Curaçao wonen veel getalenteerde ouderen en jongeren, die talenten moet je gebruiken.

    – Joeri Oltheten

    Anke van den Broeck, netwerk- en communicatie coördinator bij Brabant C merkt ook dat het opbouwen van een netwerk een lange adem vergt. Het is lastig om als organisatie in bepaalde netwerken te komen, zowel in Nederland als in het buitenland. De belangrijkste tip die Anke heeft voor organisaties of makers met internationale plannen is een medewerker af te vaardigen naar het land waar je wilt gaan ondernemen. Het is belangrijk dat er iemand van je organisatie fysiek aanwezig is. Brabant C kan reis- en verblijfkosten tot dertig procent meefinancieren.

    Cultuurverschillen merkt ook Joeri Oltheten, inmiddels directeur Wintertuin Curaçao en projectmanager aldaar, vooral in de manier van zaken doen. “Op Curaçao is alles veel meer op de relatie gericht. Je moet eerst energie stoppen in het leren kennen van mensen en zorgen dat ze weten wie jij bent. Pas dan komt het op gang.” Joeri is in mei 2016 begonnen op Curaçao. Eerst met het leggen van contacten, het zoeken van partners en het maken van afspraken. Het is daar gebruikelijk dat je binnen een organisatie met meerdere mensen spreekt, voordat er concrete afspraken gemaakt worden.

    Op Curaçao is alles veel meer op de relatie gericht. Je moet eerst energie stoppen in het leren kennen van mensen en zorgen dat ze weten wie jij bent. Pas dan komt het op gang.

    – Joeri Oltheten

    Orale traditie en generatiekloof

    Inmiddels is gestart met een Curaçaose pilot van Verhalenhuis. De pilot is bedoeld om te onderzoeken wat wel en niet werkt, hoe verhalen het best kunnen worden vastgelegd, hoe enthousiast en open de mensen zijn en hoe makkelijk de verhalen verteld worden.

    Een groot verschil is dat er in Curaçao een meer orale traditie heerst dan in Nederland. De vraag rijst bijvoorbeeld of op Curaçao ook toegewerkt moet worden naar een geschreven publicatie. Misschien is een podcast of radioprogramma beter. Ook bestaat er op Curaçao een grote generatiekloof tussen jong en oud. De tussengeneratie gaat vaak in het buitenland werken of studeren. Door het verzamelen en uitbrengen van verhalen krijgt de oudere generatie een stem, dat helpt mee de kloof te dichten. In vergelijking met Nederland is er wel meer respect voor ouderen op het eiland. De kennis en wijsheid van ouderen wordt gewaardeerd en ingezet. Deze ervaring wordt meegenomen naar Nederland, waar gestart wordt met Q and A with the Grey’. Een busje met tachtigplussers gaat de festivals van Nederland langs waar zij tips geven op het gebied van liefde, leven en loopbaan. Op deze manier leidt de internationalisering van Verhalenhuis ook tot vervolgprojecten in Nederland.

    Foto: Marcel de Buck
    Foto: Marcel de Buck

    Resultaten en tips

    De resultaten van de pilot op Curaçao worden in april of mei 2018 gepresenteerd op het eerste Groot Letterfestival daar. Ook worden deze resultaten uitgewisseld met Nederland. De belangrijkste tip tot nu toe? Zorg dat er iemand op locatie aanwezig is. Dit van een afstand of zelfs vanuit een ander land regelen is onmogelijk. Zeker in een cultuur waar persoonlijke relaties belangrijk zijn, is het belangrijk dat de mensen je kennen.

    Anke van den Broeck voegt hier nog aan toe: “Denk goed na over wie je partners en stakeholders zijn in het traject van internationaliseren. Het is nodig om niet alleen je beoogde publiek in kaart te brengen, maar ook je partners, overheidsinstellingen en welke landen het beste te koppelen zijn aan je project. Zorg voor een fundament, maar zorg ook dat er een markt is voor wat je aanbiedt.”

    Steek veel tijd in voorbereidend onderzoek, ben op de locatie aanwezig waar je als organisatie wilt ondernemen en leer de mensen kennen. Grootste valkuilen? Het idee dat een succesvol project in Nederland ook een hit zal zijn in het buitenland.

    Lees meer

  • Het TextielMuseum schept de ideale wereld

    Dit artikel verscheen eerder op Mestmag.nl, de community voor kunst- en cultuurprofessionals in Noord-Brabant.
    Geschreven door Maartje Vos-Swinkels, De Museumdocent.

    Het TextielMuseum mag zich winnaar noemen van de Museumprijs 2017. Met het prijzengeld wordt een publieksweefmachine aangeschaft. Maartje sprak directeur Errol van de Werdt over de ambities en de betekenis van de prijs voor het museum. Ook sprak zij Sophie Knottnerus, medewerker Marketing bij het TextielMuseum, over de middelen die zijn ingezet om zoveel mogelijk stemmen te behalen.

    Geschreven door Maartje Vos-Swinkels

    Begin mei werd bekend dat het TextielMuseum, met een ruime meerderheid van de stemmen, de Museumprijs van de BankGiro Loterij heeft gewonnen. Maar liefst 32.115 mensen stemden op het Tilburgse museum. Een record in de tien jaar dat de prijs wordt uitgereikt. De prijs bedraagt 100.000 euro en het dragen van de titel Museum van het jaar 2017. Wat betekent de titel Museum van het Jaar 2017 voor het TextielMuseum? Directeur Errol van de Werdt: “Het winnen van de prijs is erkenning voor de innovatieve dingen die we als museum doen. En voor het moderne, samenhangende museumconcept dat wij ontwikkeld hebben. Het is mooi dat een professionele vakjury uit het veld ons nomineerde.”

    Foto: Roy Beusker
    Foto: Roy Beusker

    Het museum heeft verschillende gebruikers: de bezoekers die meer willen weten over textiel en de textielindustrie enerzijds en aan de andere kant makers zoals vormgevers, architecten en kunstenaars. Het museum onderscheidt zich door een Museum in Bedrijf te zijn, en ‘ideale werelden’ te scheppen voor drie verschillende doelgroepen, namelijk professionals, (jonge) talenten en de bezoeker. Binnen de muren van het museum bevinden zich tentoonstellingen op het gebied van kunst, design en mode en een werkplaats, het TextielLab, waar je kunt onderzoeken, ontwikkelen en experimenteren in kleine, multidisciplinaire teams. Daarin zitten bijvoorbeeld garenexperts en mensen die de machines goed kunnen bedienen. Makers dienen een plan in via het aanvraagformulier op de website en als zij geselecteerd worden, worden ze vervolgens gekoppeld aan experts.

    Het doorontwikkelen van een ambacht

    Errol van de Werdt: “De museumcollectie is een bron van kennis en inspiratie. Door te kijken naar het verleden met de ogen van nu, gebruikmakend van de nieuwste technologie en moderne materialen komen er andere producten uit dan we vroeger konden realiseren. Natuurlijk kijken we ook graag vooruit. De ideale wereld voor jonge talenten creëren we door ze te faciliteren in het waarmaken van hun ideeën en hun talenten tot recht te laten komen.” Vaak gaat dit volgens de formule van meester en gezel: een ervaren persoon begeleidt een jong talent. Errol: “We merken dat die samenstelling ook zorgt voor vernieuwende ideeën. We staan voor het doorontwikkelen van een ambacht. Aan de ene kant bewaken we het ambacht en geven we dit door aan de volgende generaties en aan de andere kant kijken we hoe we met nieuwe materialen en nieuwe technieken een stap vooruit kunnen maken.” De bevindingen worden niet binnen het museum gehouden. Vanuit het buitenland is veel interesse. Errol van de Werdt reist zelf veel om over het museumconcept te vertellen. Het museum adviseert makers en andere musea en herbergt werkmogelijkheden voor buitenlandse makers.

    De ideale wereld voor jonge talenten creëren we door ze te faciliteren in het waarmaken van hun ideeën en hun talenten tot recht te laten komen.

    – Errol van de Werdt

    Foto: Josefina Eikenaar
    Foto: Josefina EikenaarTextielLab

    De derde ideale wereld

    “We merkten dat we voor een groep die ideale wereld nog niet volledig hadden gerealiseerd. De bezoeker kan al wel over de schouders van de makers meekijken in het TextielLab en vragen stellen. Het lab is daarmee een open source werkomgeving, waar iedereen kan zien hoe materialen gemaakt worden en hoe een ontwerpproces verloopt. Maar wat we oprecht willen is het publiek deelgenoot maken van het proces, waardoor het museumbezoek een unieke beleving wordt. Normaal gesproken is in musea het aanbod vrij eenzijdig, waarbij het museum beslist wat passend is voor de bezoeker. Wij streven ernaar de bezoeker mee te laten denken over het aanbod.”

    Wat we oprecht willen is het publiek deelgenoot maken van het proces, waardoor het museumbezoek een unieke beleving wordt.

    – Errol van de Werdt

    Het TextielMuseum gaat uit van het idee dat elk mens een maker is. Of zoals Joseph Beuys al zei: “Jeder Mensch ist ein Künstler.” Ieder mens heeft behoefte aan creëren. Het gaat om het genoegen hebben om zelf iets te maken. Het museum wil de ideale omgeving maken voor dit (nieuwe) type bezoeker. Dat willen ze doen met een publieksweefmachine die de bezoeker in staat stelt met een zelf ontworpen theedoek of sjaal naar huis te gaan. Daarmee verwacht het museum een extra dimensie toe te voegen aan de beleving van de bezoeker.

    Een duidelijke koers

    Of de prijs van 100.000 euro voldoende is voor de weefmachine is nog niet zeker. Er moet waarschijnlijk wat geld bij. Maar zegt de directeur: “Het geld stelt het museum in staat om het concept van Museum in Bedrijf nog verder uit te werken. Het lab wordt bijvoorbeeld opnieuw ingericht en nieuwe faciliteiten worden toegevoegd aan het museum. Symbolisch en psychologisch is het winnen van de prijs een mooi moment, omdat het museum al middenin die ontwikkeling zit. De weefmachine is de ontbrekende schakel.” Wat Errol van de Werdt voor zich ziet is dat er de komende tijd een planning en begroting worden gemaakt en alle plannen vervolgens in de goede volgorde worden gezet. Er is een duidelijke koers uitgezet van 4 tot 8 jaar. Deze koers gaat de komende tijd handen en voeten krijgen. Steeds wordt een stapje gerealiseerd wat leidt tot een totaalconcept in 2022.

    Maar hoe win je nou?

    Errol van de Werdt vertelt dat het echt teamwork was. Van de baliemedewerker tot de directeur: iedereen zette zijn schouders eronder. Ook hadden ze geluk dat Koningsdag in Tilburg werd gevierd en de jurk en mantel van Maxima een dag daarna al te zien waren in het museum. Dit zorgde voor extra bezoekers die meteen gevraagd werden om te stemmen. De afdeling Communicatie en Marketing had een duidelijk plan gemaakt om zoveel mogelijk stemmen te winnen. Sophie Knottnerus vertelt: “We hebben eerst heel duidelijk onze doelgroepen geformuleerd. We kwamen uit op drie groepen. “De eerste groep zijn mensen die het museum een warm hart toedragen, het museum bezoeken of klant zijn van het TextielLab. Deze bezoekers zijn via nieuwsbrieven opgeroepen te stemmen, met in de nieuwsbrief een directe link naar het digitale stemformulier. Naar klanten is een mailing verstuurt en via social media zijn de online volgers gevraagd hun stem uit te brengen.

    Foto: Josefina Eikenaar
    Foto: Josefina Eikenaar

    De tweede doelgroep bestaat uit mensen die mogelijk geen directe band met het museum hebben, maar wel met de stad Tilburg. Om hen te bereiken zijn oproepen geplaatst in huis-aan- huiskranten. Tilburgse bedrijven met veel medewerkers en een groot klantenbestand zijn gebeld met de vraag of zij een mailing naar hun achterban wilden versturen met een link naar het stemformulier. Ditzelfde werd ook gevraagd aan verenigingen met veel leden. “We hebben ze gewoon gebeld. De reacties waren positief, mensen wilden graag helpen.” aldus Sophie. De derde doelgroep is de groep mensen die geen band hebben met het museum en de stad, maar wel geïnteresseerd zijn in het winnen van de reis naar New York. Onder alle stemmers, ongeacht op welk museum zij stemden, werd een reis naar New York verloot. Deze mensen hebben we benaderd met campagnes als ‘Reis naar New York winnen? Stem op het Textielmuseum’.

    Onzekerheid en spanning

    Het lastigste van het campagne voeren is volgens Sophie dat er geen tussentijdse terugkoppeling is. Je weet niet op welke plek je staat en hoeveel stemmen je nog nodig hebt. Bezoekers en klanten vragen om feedback, maar die kun je niet geven.

    Zorg dat je dicht op de klik zit.

    – Sophie Knottnerus

    Sophie sluit af met een tip voor andere musea die wellicht volgend jaar gaan strijden voor de prijs: “Zorg dat je dicht op de klik zit. Zet de link naar het online stemformulier in je nieuwsbrieven, mailings en op social media kanalen. Mensen zijn al online als ze je bericht zien en slechts een muisklik verwijderd van een stem.”

    Lees meer

  • #drinkingaboutmuseums Brabant

    Woensdag 31 mei vindt de derde editie plaats van #drinkingaboutmuseums Brabant, met dit keer een wel heel dubieus thema. We gaan kijken naar mislukkingen: projecten die net niet gingen zoals je hoopte, plannen die niet door konden gaan, of ideeën die voor je neus werden weggekaapt.

    Soms zijn mislukkingen juist briljant, en brengen ze je op een onverwacht tof pad.

    We starten de avond met enkele zeer inspirerende, korte presentaties, bieden je de mogelijkheid om jouw mislukkingen anoniem op te biechten en sluiten uiteraard af met een drankje.

    In verband met kosten voor locatie, een natje en een droogje vragen we jullie dit keer om een financiele bijdrage. Aan het eind van de avond betaal je wat jij het waard vond.

    We starten om 20 uur, in de exporuimte van De Cacaofabriek te Helmond.
    Er is plek voor maximaal 30 personen en opgeven doe je via EventBrite:

    https://www.eventbrite.nl/e/tickets-fail-falen-is-het-nieuwe-winnen-34255566321

     

    Lees meer

  • Slow Art – de andere manier van kunstkijken

    Zaterdag 8 april was het internationale Slow Art Day. Als je geabonneerd bent op mijn nieuwsbrief heb je al gezien wat ik speciaal voor Slow Art Day maakte: een handige kijkhulp!

    Maar omdat ik vind dat elke dag Slow Art Day mag zijn, deel ik de kijkhulp ook met jullie, mijn websitebezoekers!
    Handige tips, trucs en tools om je museumbezoek eens wat langzamer en op je gemak aan te pakken. Enjoy!

    Slow Art day

    Lees meer